Verder verduurzamen met goed verdienmodel voor boer

Het coalitieakkoord van het nieuwe kabinet Rutte IV zet in op verdere verduurzaming van de land- en tuinbouw. Maar dan wel met als uitgangspunt dat de ondernemer centraal staat. Dit betekent dat boer en tuinder een goede boterham kunnen blijven verdienen, maar wel de nodige aanpassingen in de bedrijfsvoering moeten door voeren. Want niet alleen in Twente is de urgentie hoog, in heel Nederland en zelfs op Europese schaal wordt gewerkt aan een landbouwtransitie.

global goal icon

global goal icon
Niet alleen duurzaam voor natuur, maar ook financieel duurzaam voor boer

De stapel rapporten over de omslag naar een duurzamer landbouwsysteem wordt hoger en hoger. Wel komt het woord ‘verdienvermogen’ hierin steeds vaker voor. Ook in de politiek en media wordt veel gesproken over een beter verdienmodel voor de boer. En met recht. Want veel boeren en tuinders werken aan verduurzaming van hun bedrijfsvoering. Kringlopen sluiten, minder stikstofuitstoot, meer biodiversiteit, beter bodembeheer. Maar om deze landbouwtransitie te laten slagen, moeten boeren wel het nodige geld kunnen verdienen om deze omslag ook daadwerkelijk te kunnen maken. “We merken dat boeren bereid zijn te investeren en willen veranderen. Dat is heel mooi”, vertelt Eric Kleissen, directeur van Mineral Valley Twente. “Maar het moet ook haalbaar zijn. De grote beweging is verduurzaming van de landbouw; dat is de kant die we op willen. Daarbij staat het verdienmodel van de boer wel onder druk” zucht hij. “Het moet niet alleen duurzaam zijn voor de bodem en de natuur, maar ook financieel duurzaam voor de boer. We kunnen wel steeds zeggen dat een boer van alles moet doen, maar dat gaat niet gebeuren als hij er niet passend voor betaald wordt.”

Samenwerken in landbouwomvorming

Volgens Kleissen denkt meer dan 80 procent van de boeren na over verduurzaming, maar loopt dan tegen belemmeringen aan die tot nu toe niet werden opgelost. De vorige regering heeft dan ook stappen gezet om de positie van de boer in de keten te verstevigen en heeft een investeringsfonds in het leven geroepen voor de transitie van de landbouwsector. “Maar daarmee is niet gegarandeerd dat boeren tijdens en na de transitie nog voldoende inkomen hebben”, stelt hij. “Wij ontvangen regelmatig signalen van boeren die echt willen veranderen en bij banken tegen onbegrip aanlopen. We moeten de landbouwomvorming echt samen doen. We willen de landbouwtransitie allemaal. Dus kom op, banken en overheid”.

Inspirerend voorbeeld

De transitie vraagt vakmanschap en ondernemerschap en die is er in Twente voldoende. Een mooi voorbeeld van een extra verdienmodel creëren is coöperatie IJskoud, waarin zes melkveehouders uit Deurningen verenigd zijn. Al in 2010 besloten ze samen hun dorp te verduurzamen door middel van monomestvergisting. Want dat gaf het meeste rendement in een grensregio met veel veehouders en mest. De boeren vergisten de rundermest van hun bedrijven met monomestvergisters en het biogas leveren ze gezamenlijk aan een kwekerij en fabriek in de buurt. De Noord-Deurningse boeren transporteren het biogas via leidingen naar lokale afnemers en zetten daar biogas van mest direct om in warmte. Ook de digestaat proberen de veehouders zo goed mogelijk tot waarde te brengen. Hiermee krijgen de boeren een tweede verdienmodel naast de melkprijs.

 

Erik Kuiper is één van de zes boeren in coöperatie IJskoud. Hij heeft bijna 100 melkkoeien. “Met die relatief kleine bedrijfsgrootte is rendement prima mogelijk”, weet hij inmiddels. “Mijn totale investering in de vergister was 200.000 euro en de berekende terugverdientijd zes jaar. De boeren uit Deurningen wekken dus duurzame energie op én verlagen de uitstoot van CO2. Efficiënt, slim en groen!”