logo
None

Robots en zelfgesmeerde boterhammen; Stichting Aveleijn bereidt zich voor op de toekomst

Technologie
Innovatie ondersteuning
innovatie
zorg
medisch/zorg

Van vergrijzing tot een krimpend personeelsbestand; als adviseur innovatie en waardenwerk voor Stichting Aveleijn probeert Kim Leushuis het hoofd te bieden aan een toekomst vol uitdagingen. “We moeten samen anders leren kijken, denken en vooral doen.”

Datum van publicatie: 30 januari 2025

Luister naar audio

Lees tijd +/- 5,9 minuten

‘Adviseur innovatie en waardenwerk’, een hele mond vol, wat houdt het precies in?

“Kort samengevat houdt het in dat ik onderzoek hoe we als organisatie, die hulp biedt aan mensen met een verstandelijke beperking, toekomstbestendig kunnen blijven. Hard nodig met alle uitdagingen die op ons afstevenen. De groep die zorg nodig heeft, wordt door de vergrijzing steeds groter. De groep die zorg kan bieden, wordt door een krimpende arbeidsmarkt steeds kleiner. En de budgetten zijn steeds minder toereikend. De hamvraag waar ik mij op richt, is daarom hoe we met minder tijd en minder geld nog steeds goede zorg kunnen bieden op een manier die aansluit bij de waarden van onze organisatie, medewerkers, cliënten en hun verwanten. De antwoorden zoek ik als adviseur in samenwerkingen en innovaties die onze cliënten zelfredzamer maken.”

 

Klinkt mooi! Heb je een voorbeeld van zo’n innovatie?

“Zeker! Vanuit onze Living Lab, onze uitleenservice voor technologische zorginnovaties, kunnen cliënten samen met hun begeleiders verschillende producten testen. Bijvoorbeeld Robot Tessa. Een robot die cliënten herinnert aan het innemen van hun medicatie of bijvoorbeeld het dagelijkse koffiemomentje. Tessa is in tegenstelling tot mensen emotieloos en dat is voor mensen met een verstandelijke beperking heel prettig als ze een boodschap goed willen interpreteren. En de robot bespaart medewerkers tijd omdat zij niet langs tien cliënten hoeven te lopen om ze ergens aan te herinneren. Zo hebben we ook digiboards die cliënten verschaffen van informatie waardoor ze minder afhankelijk worden van medewerkers, geheugentrainers en VR-brillen. Niet elke innovatie is passend voor elke cliënt. Daar is onze doelgroep te groot en divers voor. Cliënten kunnen dus door producten te lenen, zelf onderzoeken welke innovatie hen het beste past.”

 

Worden medewerkers dan straks vervangen door innovaties?

“De innovaties die we toepassen, maken begeleiders nooit overbodig. Ze zorgen er juist voor dat begeleiders hun tijd nóg waardevoller kunnen inzetten. Maar de angst bestaat wel eens. Onze medewerkers zijn met hart voor de cliënten de zorg ingegaan. Het liefst willen ze alles voor ze doen en ze zo goed mogelijk ontzorgen. Maar met het oog op de toekomst moeten we daar andere manieren voor vinden. We moeten de transitie maken van zorgen voor de cliënt, naar het zorgen samen met de cliënt. Dat kan zo simpel zijn als in plaats van de boterham te smeren voor de cliënt, de cliënt te leren de boterham zelf te smeren. Of inderdaad door wat taken over te laten nemen door een robot. Dat vraagt soms om een stukje loslaten bij onze medewerkers en dat is, begrijpelijk, voor sommigen vanuit hun passie best moeilijk. Maar om toekomstige uitdagingen het hoofd te bieden, moeten we samen anders leren kijken, denken en vooral doen.”

 

Ik hoor dat je de nadruk legt op ‘samen’, waarom is dat?

“Ons motto als Aveleijn is dat we deze transitie in de zorg niet alleen kunnen, maar ook vooral niet alleen willen maken. We hebben de passie en inzet van onze medewerkers nodig, we willen gemeenten nog nauwer betrekken, inspiratie opdoen bij andere zorgorganisaties, maar ook meer samenwerken met cliënten en hun verwanten. Want wie kan er nou beter over een beperking en de daarbij behorende behoeften vertellen, dan de mensen die het zelf hebben? Of de mensen die hen het beste kennen? En: hoe kunnen we het sociale netwerk van cliënten aanboren om hulp te bieden? Tien jaar geleden konden we nog alles uit handen nemen, maar de rol van verwanten gaat steeds groter en belangrijker worden. Ook cliënten kunnen iets voor andere cliënten betekenen om zo elkaars zelfredzaamheid te vergroten. Kortom: toekomstbestendig blijven, kunnen we niet in ons eentje.

 

Hoe is het voor jou om mee te denken over deze nieuwe manier van denken en werken in de zorg?

“Ik vind het heel gaaf. Ik heb twintig jaar als persoonlijk begeleider gewerkt en kan dankzij die ervaring nu een verbindende factor zijn tussen het bestuurscentrum en de werkvloer. In dat samenspel kan ik nog steeds van grote betekenis zijn voor cliënten en hun verwanten, maar ook voor de organisatie als geheel. Ik zie de toekomst positief tegemoet. Waar we als zorginstelling voor verstandelijk beperkten ooit begonnen op afgelegen terreinen achter slagbomen, zijn we de afgelopen jaren steeds meer onderdeel geworden van de samenleving. En in de toekomst neemt dat door alle veranderingen alleen maar toe. Iets wat ik eigenlijk alleen maar mooi vind. Zo wordt de zorg steeds meer van ons samen.”

 

Deel gerelateerde artikelen op:

-

Jadrike Boels

-

Aveleijn, Kim Leushuis

Up to date blijven?

“Ik vind security, van een hoger niveau, interessant”

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en Google Privacy Policy and Servicevoorwaarden apply.